De grootgraaier

Een graaier zestig plus uitgekotst slash in ruste
had zich een rode bolide aangemeten,
dan wel een oude bok, die nog wel wat lustte,
en dat de groene blaadjes wilde laten weten.

Weldra scheurde hij over de autobaan
zigzaggend tussen de voortsukkelende probeersels
die reden amper dat leek meer op staan,
hoe dan ook hij eindigde in de kreukels.

Toen hij wakker werd met overal slangen
Zag hij twee mooie dingen in een hagelwitte jas
‘Zo opa, ze lopen goed, afblijven en laten hangen’
en hij begreep dat dit een blaadje was.

Guido van Geel

© Copyright guido

Ingezonden door

guido

Geplaatst op

07-04-2015

Over dit gedicht

Ík ben een kind', zei de dichter in het diepst van zijn gedachte en speelde nog met blokken.

Tags

Guidovangeel Lego Sportwagen