De Schat van de ’Liefde’

Uit, ‘De ondergang van de Selena’. (Petrus)

Het schip lag gestaag op de lichte bries
toen een rots zich plots deed blijken
en alles voor kort zonovergoten verdween
om met wier en alg te worden gepavoiseerd.

Zo gedijden eeuwenlang de bloedkoralen
op het paleis van porseleinen handelswaar
met morenen in elke kloostergang
en kraken bewegend door de spiegelzalen.

Een schuit dobberde met de netten overboord
terwijl de visser zelf wachtte op wat te halen
als achter hem de dichte nevel nader kwam
op waarin hij voor altijd zou verdwijnen.

‘In deze steenrots zal ik mijn kroon bewaren’,
zei de kaperkapitein en begroef het tabernakel.

Sofias Reiszenbach
(vertaling, Guido van Geel)

© Copyright guido

Ingezonden door

guido

Geplaatst op

13-12-2015

Over dit gedicht

‘Kijk eens wat ik gevonden heb’, zei de wrakduiker en kreeg het heen en weer.

Tags

Guidovangeel Vissen