De Rit

(Een melodrama in vier bedrijven)

Een vader rijdt door de nacht
honderdtwintig km per uur
naast hem staart zijn zoon
bleek, Oberon die wacht
‘Vader, vader ik ben zo moe’

Een vader rijdt door de nacht
honderddertig km per uur
naast hem hoort zijn zoon
‘kom’ Oberon heel zacht
‘Vader, vader ik ben zo koud’

Een vader rijdt door de nacht
honderdveertig km per uur
voor hem rijst de stad
met eerste hulp in de wacht
‘Vader, vader ik hoor muziek’

Een vader rent in de nacht
honderdvijftig m naar de balie
boven hem zweeft zijn kind
met Oberon die daar lacht
ijler, ijler in de elvenwind.’

Guido van Geel

© Copyright guido

Ingezonden door

guido

Geplaatst op

02-12-2016

Over dit gedicht

‘Het kan verkeren’, zei Bredero en Hooft veranderde het.

Tags

Goethe Guidovangeel