Thalassa

In de herfst vallen er bladeren neer
in de kleur van de ondergaande zon.
De zon die is ondergegaan in mijn haar.
Ik ben een vreemd kind, een watermeisje.
Ik wil de geheimen kennen
geheimen, die niemand wil kennen.
Snappen ze dan niet dat een geheim
met meer scherpe haken in de ziel blijft hangen,
met meer scherpe haken dan de waarheid?
Dit is mijn verhaal,
het verhaal van Thalassa.
Waterkind, watermeisje, watervrouw.
Vol vragen.

Nu watervouw, vind ik de antwoorden.
Velen wilde dat ik ze niet vond.
Ik weet nu dat het de man past over de vrouw te heersen,
niet mij, ik wil geen leven in de schaduw,
de rust.
Ik wil leven in de zon,
de zon die is ondergegaan in mijn haar.

Ik wil hier weg, weg uit de woestijn,
naar de woestijn van water, met bewegende duinen.
Nu ken ik mijn afkomst en
wil ik naar de zee.
Mijn ware aard
waterkind, watermeisje, watervrouw.

Mensen zijn niet de mensen wie ik
dacht dat ze waren.
Ik ben niet diegene die ik dacht dat ik was.
Ik wil naar de zee, vluchten,
vluchten voor de eerwraak van de mannen.
De eer die ik heb geschonden
door te zijn wie ik werkelijk ben.
Hij is mijn enige hoop, liefde.
Ik ga naar hem aan de zee,
dwars door de hete woestijn.

Weer die eerwraak
dit keer van hem, aan de zee.
Ik kan de problemen niet ontlopen.

Zee, mijn grote, koele moeder.

© Copyright Verwijderde gebruiker

Ingezonden door

Verwijderde gebruiker

Geplaatst op

29-12-2010

Over dit gedicht

Naar het gelijknamige boek 'Thalassa' van Karel Verleyen.

Tags

Boek Leven Vrouw