1001 Gedichten

1001 gedichten

Zet ook uw gedichten op 1001Gedichten.nl

Heeft u nog geen account? Meld u gratis aan!

Korte verhalen check: The game

1
datum 23-02-15 22:53
startpost
sharingan
avatar Berichten: 45
het is alweer een tijdje geleden dat ik iets ingestuurd heb. mijn excuses alvast voor de spellingsfouten. en veel leesplezier!!

Als ik mijn ogen open is alles donker. Geen lichtpuntje die me enig contrast van de ruimte geeft. De ruimte is muf en stinkt naar zweed. Ik sluit mijn ogen weer en luister. Ik hoor verscheidene ademhalingen door elkaar. Ze klinken zwaar en traag. Zit ik in een soort slaap zaal?
Automatisch reik ik met mijn geest naar Remco. Tijdens de poging stuit ik op een glazenwant. Als of mijn geest vast zit in een soort vissen kom. Ik druk de lichte paniek weg. Dit soort situaties heb ik wel vaker meegemaakt. Er is vast een logische verklaring voor zeg ik tegen mezelf. Doodstil blijf ik liggen op het veldbed. Ik voel de springveren van het matras in mijn rug drukken, het kussen is zo slap en ingedeukt dat het voelt of mijn hoofd op het matras ligt. De dunne deken kan mijn koude lichaam niet warm houden. Toch komt er nergens een briesje vandaan. Alles is gesloten. Ik concentreer me op mijn lichaam. En test mijn zintuigen tot zijn uiterste. Ik zoek een oneffenheid op mijn lichaam, iets wat er hiervoor nog niet zat. Mijn vingertoppen tintelen en mijn gehoor neemt elke ademhaling op. Dan voel ik iets in mijn nek. Langzaam breng ik mijn hand er naar toe.
Net achter mijn oor steekt er een rond ijzeren goedje uit mijn nek. Een chip? Wat het ook is het houd mijn magische vermogen vast in mijn lichaam. Gelukkig zijn niet al mijn talenten gebaseerd op mijn aura. Ik concentreer me op mijn ogen en zoek de juiste stand. Dat ik geen aura buiten mijn lichaam kan gebruiken houdt niet in dat ik het niet binnen in mijn eigen lichaam kan gebruiken. Ik neem een sliertje van mijn rode aura en schuif deze voor mijn zicht. Meteen veranderd de donkere ruimte in een donker gebied vol met kleurrijke aura vlekken. Ik tel zo’n 10 andere mensen in de ruimte, allemaal op een krakkemikkig bed. En zover ik kan zien slapen ze allemaal. Ik zie geen voetstappen van aura op de grond wat inhoud dat er al een tijdje niemand meer gelopen heeft.
In een beweging ga ik recht op zitten en zet ik mijn voeten op de koude harde vloer. En gaat een rilling door mijn lichaam. Ik hou niet van kou. Dat heb ik nooit gedaan. Ik maak mijn bed weer op en schuif langs de slapende gedaantes. Allemaal mannen constateer ik. Oh nee, toch niet. Er is een andere vrouw aanwezig. Ze ligt aan de andere kant van de slaap zaal in de hoek. Er zijn twee rijen met bedden in de zaal. Ik ga naast mijn buurman staan en bestudeer zijn ademhaling, hij is nog diep in slaap. Daarna bestudeer ik zijn aura, Oranje niet al te helder maar zeker geen zwak stervelingen aura. Zeker iemand met talent. Nu ik nog eens goed om me heen kijk zie ik dat alle aura’s in de zaal niet zomaar een willekeurig persoon is. Ze zijn allemaal boven gemiddeld al haalt geen enkel aura het tot die van mij.
Ik stap naar de overkant en loop twee bedden door, daar blijf ik staan bij een man met een tweekleurig aura. Mijn oma had er wel eens overtelt. Dat twee zeer dominante vermogens met elkaar werden gekruist en daar kreeg je dan een aura van die twee kleuren bezat. Nieuwsgierig buig ik me over de man heen. Hij lijkt een stuk ouder dan ik dat ben. Zijn ademhaling hapert even, ik ben bang dat hij wakker word. Dat blijft uit.
Ik besluit verder op onderzoek uit te gaan. Aan het eind van de hal vind ik een doorgang. Omdat er hier geen aura’s meer zijn die mijn ruimte belichten tast ik met mijn handen de muren af. Ik besluit dat dit iets als een badkamer, wc hok -achtige ruimte is. Ik loop weer terug de slaap vertrekken op en loop naar het andere einde. Mijn training van scatch heeft me gelukkig geleerd hoe ik mezelf zonder geluid te maken kan verplaatsen. Van die kleine dingen die tegenwoordig automatisch gaan. Aan de andere einde stuit ik op een deur. De deur is van staal. Ik voel dat het staal me meteen probeert leeg te trekken. Ik weet niet wie heeft bedacht mij hier in te stoppen, maar wie het ook is de persoon weet wel met wie en met wat hij te maken heeft. Eerst de chip nu de stalen deur.
Ondanks het effect van staal zet ik mijn hand plat op de deur en druk er tegen aan. Ik druk mijn geest erop af. Weer stuit ik op die glazen muur. in het midden van de zaal staat een enorme paal, vast een basiscontructie die de boel overeind moet houder. Ik druk mijn vuist er tegen aan en voel de deeltjes aura die in het aarde werk verstopt zitten tintelen. Ik gebruik de delen aura als licht. Allen vonkelen ze en laten ze een heel werk met latten en palen boven me zien. Ik klim omhoog tot ik een van de latten bereik waar ik op kan zitten. “wat ben je aan het doen?” de stem is enkel een zachte fluistering, toch schrik ik me dood. Ik kijk omlaag en zie dat het twee kleurige aura is opgestaan. Heel even overweeg ik om te doen alsof ik er niet ben, maar hij heeft me toch al gezien anders zou hij niet praten. En hij kan me alleen zien met gebruik van aura het is zo donker dat het blote oog geen hand voor ogen zou zien.
Ik zucht en breng mijn vinger voor mijn lippen om hem het zwijgen op te leggen, als hij me dan toch kan zien ziet hij mijn gebaren ook besluit ik. Daarna wenk ik hem naar boven. Hij klimt de paal op. Wat overigens erg onhandig leek. Hij zou dit soort dingen wel niet gewend zijn. Daarna komt hij naast me op de constructie zitten. Hij wil zijn mond weer openen om iets tegen me te zeggen. Ik druk mijn vinger weer tegen mijn lippen om hem het zwijgen op te leggen. Hij geeft het gelukkig op en kijkt met me neer op de slapende gedupeerden.
Voor mijn gevoel zitten we niet lang voor de deur van het slot gehaald word, zover ik hoor zeer massieve sloten. De deur kraakt met tegen zin open, deze deur is absoluut gemaakt om iets in op te sluiten. Op de hal er achter brand een fel licht van tl lampen. Ik kan de contouren van twee mannen onderscheiden. De ene man nogal slank maar met attitude rinkelt met een vervelende bel. De mannen en vrouw springen geschokt uit hun bed.
‘naast je bed in de houding staan!’schreeuwt de man met de bel. Zijn stem is hard en schor. Knipperend springen er ook groene tl verlichting in de slaap zaal aan en blauwe in de badkamer. Ik houd me stil en maak me zo klein mogelijk. Iedereen staat nu in de houding kaasrecht met de handen achter de rug naast hun bed. De man loopt de rij bedden bij langs en blijft staan bij het bed van mijn grote vriend hier, zijn bed is in tegenstelling tot die van mij niet op gemaakt. ‘Ik mis één’ het klinkt meer als een mompeling maar zijn kamerraad die in de deuropening is blijven staan loopt me zelfverzekerde tred richting de badkamer, hoewel zover je dat een badkamer wil noemen. Vanaf hier kan ik enkel een rij toiletten zien die niet afgeschermd zijn.
Als de andere man terug komt schud hij met zijn hoofd. Hij heeft best een knappe kop. Kort donkerblond haar, een harde kaaklijn en een goed getraind lichaam. Ik haal een wenkbrauw op. Niet verkeerd denk ik bij mezelf. De andere daarin tegen zit onder de piercings en tatoeages. Hij is wat slank en erg bleek. Hij zou zo voor vampier door kunnen gaan. De gespierde man werpt een blik onder de bedden en blijft bij mijn bed staan. Ik houd mijn adem in. Als ik nog onder de dekens lig en hij me elk moment kan ontdekken. Hij legt een hand op mijn bed. ‘het bed is nog warm.’ Meld hij. Daarna kijk hij schichtig omhoog recht in mijn ogen. Zijn grasgroene blik houden me even vast voor hij het meld. ‘gevonden’ zegt hij kalm. De bleke man kijkt hem vragend en een beetje onbenullig aan. Met een korte beweging van zijn hoofd wijst hij ons aan.
De bleke man vernauwt zijn ogen, hij kijkt alsof hij ons elk moment van onze plek kan schieten. Nog voor hij een woord kan zeggen spring ik van mijn verstopplek op de grond ik ga snel naast mijn opgemaakte bed staan. De man met twee kleuren volgt stil zwijgend mijn voorbeeld. ‘vanaf nu zijn jullie, MIJN eigendom!’ met een scheve glimlach kijkt de bleke man met het woordje “mijn” naar mij. Ik kan alleen maar vuil terug staren. Eerst de kat uit de boom kijken zeg ik tegen mezelf. Daarna zie ik wel verder. Eens zien wat de regels van dit spel zijn. Ik kan een glimlach niet onderdrukken. ‘ik zou die grijns maar snel van die leuke smoel van je halen.’ De groene ogen kijken me ongeïnteresseerd aan. Hij leunt mijn zjn schouderblad tegen de muur. alsof hij hier ook geen zin in heeft.
De blikkenman met al zijn piercings heeft dit alles niet gezien en vervolgt zijn relaas. ‘vanaf vandaag verwacht ik dat jullie elke ochtend om 5 uur klaar staan zoals jullie nu staan, aangekleed en al. Ik merk nu pas dat ik enkel een onderbroek en een te groot T-shirt draag. Opeens schaam ik me voor mijn naaktheid en trek ik het T-shirt wat naar beneden. Achter me hoor ik de groene ogen grinniken. Ik werp een boze blik naar achteren. De rest van de instructies gaan langs me heen, ik denk aan Remco en vraag me af hoe het met hem gaat.
Ik krijg een duw in mijn rug, mijn gedachtes lossen in het niets op, ik ben de laatste die nog niet in beweeging is gekomen. De rest is begonnen met aankleden. Ik kijk naar de kleren die voor me klaar liggen op het nachtkastje. Grijs, alles is grijs. Behalve de laarzen. Die zijn zwart. Ik schiet in een te grote grijze broek en een nog groter grijs T-shirt die aan een kant over mijn schouder glijdt. Mijn blik schiet naar de andere vrouw in de slaap zaal. Ze drentelt en treuzelt. Ze kijkt omzich heen om zeker te zijn of de mannen echt niet op haar letten. Helaas is dit wel het geval. Ik wil naar haar toe lopen om haar uit deze situatie te helpen. Vlak voor ik mijn bed verlaat ontmoet mijn blik de ogen van de twee kleuren man, nu zie ik dat niet alleen zijn aura, blauw groen, maar ook zijn ogen blauw groen zijn. Zijn blik dwingt me terug naar mijn plaatst. En ik kijk om me heen. Er is niemand die zijn kant van het bed verlaat. Iedereen blijft in zijn eigen hokje. Ze moet het zelf oplossen. Mijn ogen ontmoeten die van de blonde vrouw. Ik knik haar bemoedigend toe. Veel meer kan ik toch niet. Onhandig schiet ze ook uit haar pyjama en snelt ze in haar T-shirt. Ze is iets groter dan ik dat ben dus bij haar blijft het shirt nog aardig zitten. Maar haar slanke figuur is wel vertopt onder het vodden shirt. Dit is geen schoonheidswedstrijd. Ik moet lachen om mijn eigen grap.
Twee aan twee marcheren we achter blikkenmans aan. We komen uit in een trainingscentrum. Een soort gigantische dojo. Met een enorme boksring in het midden, een aantal stoot kussens en zelf een schietbaan. ‘we zoeken vechters! En hier gaan jullie trainen. Alleen de beste vechters mogen door naar de tweede ronde. We hebben plek voor maar 5 personen.’ Vechters dus. Vechten kan ik wel. Maar toch dat van die aura’s zit me niet lekker en die chip in mijn nek ook niet. ‘wat als je het niet haalt?’ een beer van een vent stapt uit onze rij. Hij klinkt zelfverzekerd. ‘naam?’ ‘Berend’ toepasselijk. Zijn ouders moesten hebben geweten dat hij later op een beer zou lijken. We lopen de dojo weer uit zonder dat de vraag beantwoord word. Bij een afgrond blijven we staan. Opeens doemt de vraag op, waar ben ik? Waar is dit? Ik kijk over de rand van de afgrond en zie enkel massief steen in de diepte. ‘hier heb je drie opties,’ bikkenmans heeft moeite zijn glimlach te onderdrukken. ‘1 winnen,’ ik trek enkel een wenkbrauw op. We spelen dus echt een spel. ‘2 sterven in de poging tot winnen’ een lange stilte om de spanning op te bouwen, wat bij sommigen nogal schijnt te werken want een aantal waar onder de blonde vrouw beginnen onhandig heen en weer te schuiven. ‘of 3 dood gaan’ dat is toch het zelfde. Terwijl ik het denk oppert iemand mijn gedachte. De glimlach bij blikkenmans word groter. ‘2 gaat over sterven in een gevecht, 3 gaat over de bodem van deze afgrond, de kogel of allebei.’ Oh god, we word afgemaakt als een stel schapen. Gemompel verspreid zich. De blonde vrouw begint meteen te snikken. Een lange gespierde man bied haar een schouder aan. Ik tel snel iedereen. 10, dat zijn negen namen. Dat ga ik niet onthouden denk ik.
Terug in de dojo beginnen we meteen met training. De eerste twee weken krijgen we training en daarna begint de afval race. Het zal. We beginnen met basistechnieken van boksen. Ik doe alsof ik het nog moet leren. Ik heb absoluut geen zin om in het spotlicht te staan bij die sadist vol piercings. Na de basistechnieken moeten we twee tallen maken en gaan we vriendschappelijk sparren. Er heeft zich meteen één groep van vier zich log gemaakt van de rest. In die groep zitten de beer en de blondine. Verder een vent die meer tatoeages heeft dan huid. En een gebruinde spierbundel met perfecte witte tanden. Een pro dus. Maar pro in wat? Boksen, MME, martial arts? Het antwoord krijg ik vast snel genoeg te weten.
Blauw en groen oog stapt op me af en claimt me als zijn duo partner. Best, wat kan mijn het schelen. Hij haalt een paar stoot kussens op en gaat in de houding staan. Ik oefen stil zwijgend wat basisbewegingen die we net geleerd hebben. Niet meer en niet minder. ‘wat is je naam?’ de vraag kwam voor mij uit het niets. Hij houdt zijn hoofd een beetje scheef waardoor hij iets elfachtig krijgt. ‘doet dat er toe?’ hij haalt zijn schouders op. ‘geen idee. Maar ik moet toch ergens beginnen. Bovendien lijk jij hele gesprekken in jezelf te voeren.’ Ik stop met stoten en gaap hem met open mond aan. ‘ik doe wat?’ ‘doorgaan!’ en ik krijg een duw in mijn rug. Als ik een vuile blik achterom werp zie ik het gezicht van blikkenman heel dichtbij. Hij word met de minuut lelijker.
Zwijgend werp ik weer een stoot op het kussen. Zo hard dat de kerel voor me een stap naar achteren moet doen om zijn evenwicht te bewaren. ‘wat is jou naam’ kaats ik terug als antwoord. ‘Isaac’ hij haalt zijn schouders op alsof hij er verder ook niet veel aan kan doen. Wat waarschijnlijk ook het geval is bedenk ik me. ‘doe je het weer’ ik kijk op vanuit mijn stoot. ‘wat?’ ‘in jezelf praten’ ergernis borrelt zich op. ‘Serennity’ pers ik tussen mijn lippen door. ‘wat?’ Isaac zet een stap naar voren net als ik wil gaan slaan, ik mis en verlies mijn evenwicht. Mijn billen raken de harde grond. Isaac doemt lachend op. Hij steekt een hand uit en trekt me overeind. ‘dat is mijn naam.’ ‘wisselen!’ roept blikkenman. Ik krijg de stoot kussens van Isaac en voel zijn zweet nog aan de banden kleven. Ik kan niks anders doen dan een vies gezicht trekken.
‘mooie val’ fluistert iemand achter me. Ik draai me om en zie die andere begeleider, die knappe. Hij schud zijn hoofd en loopt door om naar de andere te kijken. Bah heb ik weer. ‘waar kom je vandaan?’ vraagt Isaac tussen zijn stoten door. ‘wat wil je van me’ kaats ik terug. ‘gewoon nieuwsgierig.’ ‘en ik wil wel weten wie er boven mijn bed staat te koekeloeren als ik slaap.’ Mijn blik vernauwt zich, ‘hoe weet jij dat?’ dacht je nou echt dat jij de enige was die wakker was geworden?’ ik krijg een paar flinke klappen op de stoot kussens. ‘nogal naïef vind je niet?’ ik geef het op. ‘je wil me leren kennen, prima. Maar dat beginnen we met iets kleins.’ ‘zoals?’ ‘hoe oud ben je?’ ik incasseer weer een paar klappen. ‘32’ damn wat oud! En ik had hem nog mid-twintig geschat. ‘niet zo verbaast meisje.’ ‘ik ben geen meisje’ mompel ik. Al moet ik toe geven dat het nogal meisjesachtig klonk. ‘hoe oud ben jij dan?’ ‘19’ mijn leeftijd is niets vergeleken met die oude bok voor me. Als Isaac weer in gevechts houding springt doet hij me weer denken aan een elf. Sierlijk maar doelgericht. Toch als je de man zelf ziet is hij verre van sierlijk. ‘hoe kom je aan jou ogen?’ de vraag komt er plots uit. ‘geen moeilijke vragen zei je zelf.’ Aah! Deze man werkt op mijn zenuwen. ‘ik kan jou het zelfde vragen meisje.’ Ik haal uit met mijn stoot kussen. Isaac blokkeert mijn aanval door mijn arm vast te pakken zijn knie schiet omhoog richting mijn maag. Ik draai weg en trap op zijn tenen. Waarna ik mijn elleboog in zijn borst druk. Ik ben geen meisje! Schiet het steeds door mijn hoofd.
Grote handen trekken me van Isaac af en houden me in de houdgreep. Klappend komt blikkenman voor me staan. ‘goed zo meisje, laat het vuur maar branden.’ Ik kan het niet laten. Het woord meisje is me altijd al in het verkeerde keelgat geschoten. Ik raap mijn slijm bij een en spuug de klodder in het gezicht vol piercings. Ik hoor laag gegrinnik achter me. Daar ging mijn poging onopvallend te blijven.
Naar boven

1

Reageren op: The game

Reageren is alleen mogelijk als u ingelogd bent, klik hier om in te loggen. Heeft u nog geen account? Klik dan hier om u te registreren.