De Kippen
De kip zit in haar hok,
ze zegt heel alleen tok tok tok.
Want zij heeft geen hokgenootje,
dat zou zijn een groot cadeautje.
Elke dag pikt zij alleen,
zo ongezellig en gemeen.
Op een dag kwam er een doos,
ja, toen werd ze wel een beetje boos.
Nu ook nog haar leefomgeving vervuilen,
ze moest er echt van huilen.
Ze vluchtte snel in haar hok,
maar toen hoorde ze op eens 'TOK'.
Huh, hoe kan dat nou?
Hoor ik nou wat ik zo graag wou?
Ze liep naar buiten en keek eens goed.
Je snapt zeker al wat ze bedoelt.
Ze zag het nieuwe beest,
en er was gelijk een groot feest.
Na jaren kwam er een vos,
zomaar gelopen uit het bos.
Die kwam naar hun huis,
dat was niet zo pluis.
In een seconde was 'ie weg,
en wat een pech pech pech...
Het kipje was weer alleen,
zonder iemand om haar heen.
Reacties op ‘De Kippen’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!