De Kapitein en zijn papegaai
Kapitein Kruk vanwege een tafelpoot als been
en een haak in plaats van twee gewone handen
en een lapje voor een lege kas met geen oog
en in zijn mond niet meer dan zeven tanden
had witte Roos op zijn zeemansschouders,
een, recht van lijf en veren, grote ara papegaai
compleet met struise staart en pronte kuif
maar wat uit die snavel kwam, dat was niet fraai.
Daar kon geen opgewonde viswijf tegenop,
het was van ‘piiiiiep’, ‘piiiiiiep’ en nog es ‘piiiiiep’
al bootwerkerstaal dat hij in de rondte riep.
Hoe kan zoiets komen uit zo een gave vogelkop?
Wel, ooit lag voor de kapitein zomaar op de grond
in een warm land een roze hoopje papegaaienkuiken
voor een scheldend oprukkend havenstakingsfront.
De kapitein, een echte heer moest toen wel duiken.
Hij redde het vogeltje van het fatale ongeluk
maar was zelf aan alle kanten behoorlijk stuk.
Guido van Geel
Ingezonden door
Geplaatst op
12-01-2015
Over dit gedicht
'volle kracht vooruit', zei de kapitein en de wal keerde.
Geef uw waardering
Op basis van 8 stemmen krijgt dit gedicht 4 van de 5 sterren.Social Media
Tags
Guidovangeel Schoneschijn VooroordeelReacties op ‘De Kapitein en zijn papegaai’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!