Het Weten (8)

Uit: ‘De verdeling van de wereld’, Sofias Reiszenbach

Op de dag dat hij het te weten dacht
overviel de zekerheid zijn gelukzaligheid
om alleen zijn kaal besef te oogsten
werd zijn enige trouw genadeloos verkracht

geen mens is hier om te zegevieren
en om van de schijn van wijsheid maar te zwijgen
alleen het pogen wordt soms karig uitbetaald
en zal de roemrucht voor even sieren.

Driest bestormde hij ooit het onbekende
in flessen retorten en overkokende kolven
tot de laatste draad werd opgedolven
en de elementen zijn ogenblik even kenden.

Guido van Geel