vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
De partijleider (11)
Uit: ‘De verdeling van de wereld’, Sofias Reiszenbach
Op de dag dat hij de leesplank greep
zag hij de zaal die hij verslagen had
voor de prijs van zijn verloren eigen eer
ontstak hij de woede in hun onderbuiken
en kreeg de domheid van de krukken
om het rode potlood een hand te geven
zo bleek hem de macht voor het grijpen
maar die danste valser dan zijn pijpen
meegesleurd in de tuimelende meute
verviel hij van leugens, loochenen tot laster
om het platste plebs te blijven behagen
in een brij van opgewekte zwartgalligheid.
(vertaling Guido van Geel)
Reacties op ‘De partijleider (11)’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!