vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Klankloos leed
Het glas water in mijn hand
was opeens versmolten tot korrels zand
en het zuiver water dat ik inslok
was precies steen
een steen die bleef vastzitten in mijn keel
mijn handen trilden als twee gekken
die hun weg niet vonden.
Mijn bloed in mijn moe lichaam
nam een pauze en stopte met stromen.
Ik zocht je ogen maar ze waren ver
je woorden waren zacht maar ergens
staken ze diep in me.
Reacties op ‘Klankloos leed’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!