EEN HEKS IN ZEVENBERGSCHEN HOEK
EEN HEKS IN ZEVENBERGSCHEN HOEK
Een heks in Zevenbergschen Hoek
Studeerde in haar toverboek
De reden was, ja het is heus
De rode pukkel op haar neus
Ze zei: nou ja, zoals u ziet
Echt al te lelijk ben ik niet
Maar één ding vind ik wel affreus
Dat is die pukkel op mijn neus
Maar ik als heks, bedacht ik toen
Moet daar toch wat aan kunnen doen
Dus daarom ben ik nu op zoek
Naar spreuken in mijn toverboek
Of misschien ook naar een recept
Of wat je mogelijk anders hebt
Aan adequate medicijnen
Die pukkels snel laten verdwijnen
Aha! Ik geloof dat hier iets staat
Waar het waarschijnlijk wel mee gaat
Dus moet ik nu een papje maken
Van deze opgesomde zaken:
Een halve lepel vliegenpoep
En een klein handje kindersnoep
Wat stierenbloed en tijgeroog
Nog een klein snufje regenboog
Een ook een flesje apenzuur
(wat is dat allemachtig duur!)
Ten slotte drie gezifte muggen
En een paar oude rooie ruggen
Toen heeft ze snel een vuur gestookt
Waarop de pap toen werd gekookt
Maar het effect was nogal schaars
De pukkel werd nu pimpelpaars
Reacties op ‘EEN HEKS IN ZEVENBERGSCHEN HOEK’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!