achter de glimlach

En toch ben ik sterk.
mn lach is vastgeniet,
Maar het ijzer brand in mn wangen.

En toch ben ik sterk.
opstaan in de ochtend,
maar niks hebben om voor op te staan.

En toch ben ik sterk.
je aankijken in je mooie ogen,
Die elke dag naar iemand anders kijken.

En toch ben ik sterk.
poeder aanbrengen op mn gezicht,
Dat er vroeger veel onschuldiger uitzag.

En toch ben ik sterk.
mensen helpen met problemen,
Waarvan ik weet dat de mijne erger zijn.

En toch ben ik sterk.
Elke dag doorgaan,
Maar bij elke stap voel ik de sneeën dieper worden.

en toch ben ik sterk.
Altijd praten met mensen,
Wetend dat elk woord tegen me gebruikt kan worden.

En toch ben ik sterk.
Geen negatieve gevoelens tonen,
zodat niemand die gevoelens over hoeft te nemen.

En toch blijf ik sterk.
Amper levend,
En leeg van binnen.
En toch heeft niemand een idee.