ACH WAAR IS MIJN ZUSJE GEBLEVEN

ACH WAAR IS MIJN ZUSJE GEBLEVEN

"Ach, waar is mijn zusje gebleven
Weet jij het stille maan?
Ach lieve maan, weet jij misschien
Waarheen ze is gegaan?"

"Nee, zei de maan, dat weet ik niet
Ik heb haar niet gezien
Maar vraag het aan de warme zon
Die weet het wel misschien!"

"Ach, waar is mijn zusje gebleven
Weet jij het warme zon?
Ik zou toch zo gelukkig zijn
Als jij het me zeggen kon!"

"Nee, zei de zon, dat weet ik niet
Ik heb haar niet gezien
Maar vraag het aan de westenwind
Die weet het wel misschien!"

"Ach, waar is mijn zusje gebleven
Weet jij het westenwind?
Weet jij waar ze gebleven is
Weet jij waar ik haar vind?"

De westenwind zei: "Dat weet ik niet
Ik heb haar niet gezien
Maar vraag het aan de witte zwaan
Die weet het wel misschien!"

"Ach, waar is mijn zusje gebleven
Weet jij het witte zwaan?
Weet jij soms waar mijn zusje is
En waarheen ze is gegaan?"

"Jouw zusje die heb ik wel gezien"
Zei toen de witte zwaan
"Ze is over de regenboog
Naar het hemelrijk gegaan"

"Ach, neem me mee", zo sprak ik toen
"Ik smeek je, witte zwaan:
Wil met mij over de regenboog
Naar het hemelrijk toe gaan!"

Toen vlogen we over de regenboog
Naar het hemelrijk heel vlug
Daar zag ik mijn zusje van verre al staan
Daar vond ik mijn zusje terug!