Een nieuwe tijd

Wanneer wordt de mens groot
En geeft het zichzelf bloot
Zich optrekkend uit de goot
Te doen zonder aanstoot
Leven wij niet uit het lood
Zoals ons geld
Niet mooi groen
Maar donker rood
Onveranderbaar
Voor moslim en jood
Kunnen wij wel leven
Zonder verlicht despoot
Hem eeuwig volgend
Tot in de dood
Toch weiger ik te geloven
Dat ons licht begint te doven
Ons lot is nog niet verkloot
Toch
Klinken de klanken
Vreemd
En klinkt het zelfs idioot
Het is maar een simpele vraag
Wordt jij mijn lotgenoot
Worden jij en ik
Samen
De omslag
De verandering nodig
In ons gewelddadige gedrag
En kiezen wij niet langer
Voor de ontwijkende blik
Maar voor een lach
En het woord
Goedendag
De verandering
Zijn wij
Ons wapenend
Tegen zij
Het tirannieke gezag
Waarvan
Het alomvattende
Kwaad
Is te zien
In een oogopslag
De mens te aanschouwen
In haar natuurtoestand
Aan geen enkel
Ander dier verwant
Voor de geschiedenis interessant
Dominant
Arrogant
En zonder verstand
Toch komt zijzelf
Tegen zichzelf in opstand
Onder leiding van predikant
Of middenstand
Maar gedoemd te dienen
Als figurant
Zich niet kunnen onttrekken
Aan haar natuurtoestand
Toch is de strijd
Daar om te worden benijd
Als teken van verlangen
Naar een nieuwe tijd
Naar een nieuw begin
Voor de mensheid
Waarin het zichzelf
Niet langer misleid
Niet meer zwart rijd
In de reis
Door het leven
En we eindelijk
Waarderend omgaan
Met de tijd
Die ons is gegeven