DRIE KLEINE VARKENTJES DIE HADDEN HET ZO KOUD

DRIE KLEINE VARKENTJES DIE HADDEN HET ZO KOUD

Drie kleine varkentjes die hadden het zo koud
Toen hebben ze van stenen een huisje gebouwd
Een huisje met deuren, een huisje met ramen
Om in te gaan wonen, alle drie samen

Ze verfden de muren keurig mooi wit
En kochten een kachel bij Piet de Smid
Ze kochten wat hout bij Boer van der Laan
En hebben dat toen in de kachel gedaan

Ze hebben de kachel snel aangestoken
Om daarop een pannetje soep te gaan koken
Soep met wat peper en met wat zout
Al gauw was het huisje niet meer koud

Ze hebben drie borden op tafel gezet
En daarna begon de varkentjesspret!
Ze hebben de soep lekker opgegeten
En toen nog fijn bij de kachel gezeten

Ze hebben de lampen uitgedaan
En zijn naar hun warme bed gegaan
Soms eten ze soep en soms havermout
Maar de varkentjes hebben het nooit meer koud!