De tuinslang

De tuinslang

Hij kijkt naar bijen
In de blauwe lucht
En bloemen die door hen
Worden bevrucht

Hij praat in zichzelf
En dat is niet raar
Hij is op een haar na
Negentig jaar

Het verleden met bloempjes
Houdt hem stevig beet
Hij weet nog heel goed
Wat hij met hen deed

Dan denkt ie bedroefd
Aan wat niet meer kan
En wenst hij zichzelf
Nog een jonge man

Dan gaat ie naar buiten
Al is hij vermoeid
Die mooie viooltjes
Moeten worden gesproeid

Dan pakt ie de tuinslang
En denkt ie: vooruit
Dit kloteding werkt nog
Dit kloteding spuit

Henk Benard