De Circus-aapjes
'Mijn hemel! Horen die twee aapjes bij de show?
Die twee aapjes horen toch niet bij ons?
Van wie zijn ze en... Wow,
Zo gek als een deur'
Zegt de oude circusdirecteur.
Genieten dat de kinderen doen,
'Wat hebben die aapjes een talent.
Maar, waar zijn ze nu,
Ik zie ze niet.'Â Een jongetje roept:
'Hé kijk, daar boven aan de tent!'
'Hoe komen ze daar nu terecht?
Net waren ze nog beneden op de grond.
Wat kunnen ze toch klimmen en klauteren,
Samen zwiepen ze met hun staart,
De hele circustent rond.
Maar wat doen ze nu?
Hup, daar gaat weer een hoed.
'Help! Die stoute aap heeft mijn hoed!'
Gilt een hoge vrouwenstem.
De aapjes proberen geld te vragen,
Om wat apenpinda's te kopen voor hun buikje.
Wat een show! Wat een verhalen!
Reacties op ‘De Circus-aapjes’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!