De leeuw en de vlo
De leeuw trots met manen op zijn hoofd
werd onder zijn kroon door jeuk geplaagd.
Hij wist door wie zijn bloed daar werd geroofd
en had die kleine dief al ter zitting uitgedaagd.
Maar die liet verstek, hij was er al
en hoorde hoog gezeten des koning klagen.
Zo leed de grote terwijl de kleine stal
en genoot van de rode dis, al zijn diefjesdagen
De vorst in zijn praal danig aangetast
ging zelfs bij Reynaert Vos te rade
die schalk was meestal ieders last
maar nu goed genoeg van waarde.
Die vond een hele kleine aap,
zo een rakker, een luie rooie
maar wel vingervlug die knaap
en de dierenvorst, die liet zich vlooien.
Als je de grote heren te slim wilt zijn
pas dan op voor het knecht venijn.
Guido van Geel
Ingezonden door
Geplaatst op
26-02-2014
Over dit gedicht
'Wie wat bewaart, heeft wat', zei de klaploper en kwam nog eens langs.
Geef uw waardering
Op basis van 7 stemmen krijgt dit gedicht 4 van de 5 sterren.Social Media
Tags
Fabel Guidovangeel Koningnobel ReynaertReacties op ‘De leeuw en de vlo’
-
Leuk bedacht!
Verwijderde gebruiker - 27-02-2014 om 11:12