In het restaurant ‘De Steltloper’
Kok de Lepelaar stond aan de keukentafel
driftig in een grote kom te roeren.
Hij draaide top, op volle toeren.
Zo snel, je zag amper nog zijn platte snavel,
want ‘piep’ de saus die werd niet glad.
De saus voor bij de kikkerbillen
met theegelei, curry en topjes dille.
Vreemd, ja, maar voor ’n ster, dan moet je wat.
Zeker als de strenge Ooievaar komt keuren,
hij komt ervoor van zijn houten paal,
en is alleen te paaien met ’n kikkermaal,
maar klontjes in de saus, dat, zal niet gebeuren.
Lepelaar ging tekeer als ware hij een blender
en dan nog wel op de hoogste stand
allemaal voor die rode poten klant,
tot in gelagkamer klonk zelfs zijn gedender
Serveerster Kwak en blauwe Reiger sommelier
staken hun koppen al om de deur
en verschoten prompt van verenkleur
bij het zien van zo veel walsend kookplezier.
En ja, ook hun beentjes gingen van de vloer,
het werd daar een dolle pret.
Al het vuur werd uit gezet
en de ster interesseerden niemand meer een moer.
Later toen de keurmeester aan zijn tafel schoof,
moest hij het doen met een kliekje van de dag tevoren,
maar wat daarbij wel werd voorgeschoteld 'om te horen',
was een kikkerkoor, ze kwaakten hem de oren doof.
Want buiten in het riet, zongen zij hun hoogste lied.
Guido van Geel.
Ingezonden door
Geplaatst op
28-08-2014
Over dit gedicht
'Ik ga voor een ster', zei de chefkok en bouwde vlijtig torentjes op de borden.
Geef uw waardering
Op basis van 7 stemmen krijgt dit gedicht 4 van de 5 sterren.Social Media
Tags
Fabel GuidovangeelReacties op ‘In het restaurant ‘De Steltloper’ ’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!