ACH WAS IK MAAR

ACH WAS IK MAAR, ACH WAS IK MAAR

Ach was ik maar, ach was ik maar
Een heel beroemde ambtenaar
Een flamboyante Grand Seigneur
Of een charmante buschauffeur

Ach had ik maar, ach had ik maar
Een grote, gouden kandelaar
Of een riante motorboot
Van vijfendertig meter groot

Ach mocht ik maar, ach mocht ik maar
Naar zo'n liefdadigheidsbazaar
Waarop men al die rijke grieten
Ziet pronken met hun namaaktieten

Ach rook ik maar, ach rook ik maar
Een beetje meer naar Eau du Soir
Of naar een boterbabbelaar
Met een klein vleugje Café Noir

Ach ging ik maar, ach ging ik maar
Een keertje zonder veel misbaar
Gewoon een keertje keurig, net
Een keer gewoon op tijd naar bed

© Copyright Hans Erkamp