ANNA MARIA KAMDE HAAR HAREN

ANNA MARIA KAMDE HAAR HAREN

Anna Maria kamde haar haren
En zat voor zich uit in de spiegel te staren
Ze dacht terug aan haar teerbeminde
Ze dacht terug aan de oude linde
Hun zielen werden daar vereend
Het afscheid werd met smart beweend
Hij sprak: "Helaas, wij moeten scheiden
Dit onheil valt niet te vermijden
Ik moet nu met de trekschuit mee
Die zo vertrekt om kwart voor twee
Maar ik kom terug, over een jaar
En dan, dan worden wij een paar!"

En de vogel die floot
En de kat zei miauw
En daar klonken toen woorden van eeuwige trouw


Anna Maria kamde haar haar
En knipte een rare krul weg met de schaar
Ze dacht weer aan de oude linde
Ze dacht aan wie zij zozeer beminde
Ze dacht aan verre vreemde stranden
Ze dacht aan verre vreemde landen
Waar hij door handel in diverse zaken
Een groot fortuin hoopte te maken
Ze dacht aan al haar mooie dromen
Die weldra uit zouden gaan komen
Want haast voorbij was nu het jaar
En bijna waren zij een paar

En de vogel die floot
En de kat zei miauw
En ze dacht aan hun woorden van eeuwige trouw


Het zeilschip bedwong de woelige baren
En kwam behouden de haven in varen
Aan boord zag men de jongeling staan
Die een jaar geleden van huis was gegaan
Hij was vertrokken zonder een cent
Maar nu was het een rijke vent
Hij nam direct, zonder langer te blijven
Meteen de trekschuit van kwart over vijven
En, aangekomen, sprong hij eruit
En snelde naar zijn toekomstige bruid
Maar hoe stond, verslagen, de jongeling paf:
Want hij vond zijn geliefde daar terug in 't graf

En de kat zei miauw
En de vogel die floot:
"Ach, Anna Maria, jouw liefste, is dood"


Het heeft de jongeman zeer berouwd
Maar hij heeft daarna spoedig een ander getrouwd
Een bakkersdochter uit Ameland
Gaf aan de jongeman haar hand

En de kat zei miauw
En de vogel die floot:
"De ene d'r dood is de ander d'r brood

© Copyright Hans Erkamp

Ingezonden door

Hans Erkamp

Geplaatst op

05-03-2016

Over dit gedicht

over eeuwige (?) liefde

Tags

Dood Liefde