Koning Krok, de krokodil
KONING KROK, DE KROKODIL
Koning Krok, de krokodil
Lag in de rivier, heel stil
Te genieten van de zon
Zoals alleen maar hij dat kon:
Heerlijk in het zonnelicht
Met zijn ogen bijna dicht
En hij dacht: "Wat is het fijn
Om een krokodil te zijn!"
Maar toen werd zijn rust verstoord:
Apenherrie werd gehoord
Heel het apenvolk zat later
In de bomen bij het water
De apenkoning nam het woord
En werd aandachtig aangehoord
Het was een nogal forse knaap:
Een tamelijk brutale aap
Hij zei: "Die ouwe krokodil
Die steeds de baas hier spelen wil
Heeft nu zijn langste tijd gehad
Want ik ben Koning Krok goed zat!"
"Voortaan ben ik de koning hier
En dus ook van de bosrivier!"
Zijn staart die zwaaide keer op keer
Boven het water heen en weer
Maar Koning Krok dacht bij zijn eigen
"Nou aapjelief, ik zal je krijgen!"
En heeft onder veel apenkreten
De aap zijn staart er af gebeten.
Daarna ging heel het apenkoor
Er pijlsnel als een haas vandoor
vluchtend voor Krok, de krokodil
en 't werd bij de rivier weer stil
De apenkoning verdween vlug
En staartloos naar het bos terug
Waar hij verbaasd werd aangestaard
Als apenkoning zonder staart!
En Koning Krok, de krokodil
Lag weer in de rivier, heel stil
Fijn te genieten van de zon
Zoals alleen maar hij dat kon:
Heerlijk in het zonnelicht
Met zijn ogen bijna dicht
En hij dacht: "Wat is het fijn
Om een krokodil te zijn!"
© Copyright Hans Erkamp
Ingezonden door
Hans Erkamp
Geplaatst op
16-05-2016
Over dit gedicht
Over een aap die een te grote mond heeft