IN BRUSSEL WAS EEN JONGETJE

IN BRUSSEL WAS EEN JONGETJE

In Brussel was een jongetje
Dat nodig plassen moest
Maar nergens vond hij een wc
En hij zei toen: "Verroest!"

"Ik zie hier nergens een pissoir
Hoe goed of ik ook zoek
Maar ik moet snel mijn plasje kwijt
Of ik doe het in mijn broek!"


Er stond een heel oud huisje daar
Van Hanneke de Heks
Daar pieste hij toen tegenaan
De heks die stond perplex!

Toevallig had ze het gezien
en ze stond vals te sissen:
"Wie durft er zo onbeschaamd
Tegen mijn huis te pissen?"

"Die smeerlap zal ik eens heel snel
Tot goed gedrag bekeren
Ik zal dat vieze jongetje
Eens gauw een lesje leren!"


En toen sprak ze een toverspreuk:
"Kawie Kawaa Kawop!"
Verschrikt zei toen het jongetje:
"Mijn plasje houdt niet op!"

Dat zag daar toen ook een agent
Die zei: "Jij bent er bij!
Want wildplassen dat mag hier niet
Ga jij maar mee met mij!"



Maar ja, de plas die liep maar door
En na een dag of twee
Zei iedereen in Brussel toen:
"Wat moeten we hier mee?"

Men heeft na heel veel piekeren
(Zo stond in de gazet)
Daarna het kleine jongetje
In een fontein gezet

Daar staat hij nu op een verhoog
En piest in de fontein
En af en toe, met feestdagen
Dan piest ie bier of wijn

In Brussel is men trots op hem
Da's iets wat zeker is
Men noemt hem daarom liefdevol:
"Ons eigen Manneken Pis!"

© Copyright Hans Erkamp

Ingezonden door

Hans Erkamp

Geplaatst op

26-06-2016

Over dit gedicht

Over de geschiedenis van Manneken Pis

Tags

Brussel Heks Jongetje