In Doodsgevaar
Wij zijn door dood en vrees
verdreven, van land naar land gegaan.
Het zwerven zijn wij moe geworden
het vergleed ons leven, als loperzand
waarin de laatste korrels vielen.
Wij rustten hier en naast elkaar
waar plots de witte Jager rees
hij bracht ons zijn doodsgebaar
Twee woorden liet hij ons resten
in die koude eindigheid.
Reeds verbleekten onze handen
vervlogen was ons de tijd
wat mocht ons nu nog troosten
hier waar alle hoop verliep
stamelden slechts onze lippen:
‘Ach … mededogen’.
Guido van Geel
© Copyright guido
Ingezonden door
guido
Geplaatst op
27-08-2016
Over dit gedicht
'Maak toch nog iets moois', zei de dochter en de oude componist gehoorzaamde en stierf.