Broer konijn en de dassenburcht

Broer Konijn ging eens iets meer dan een blokje om,
zo kwam het dat hij onderweg langs een dassenburcht liep
zoiets geweldigs had hij nog nooit gezien wat groot en diep
vol gangen, vertrekken en poorten voor voor- en achterom.

Toen hij thuis kwam vond hij zijn hol maar een armzalig krot
een gat als deur, een gangetje en een te krappe kamer
met daarin een voortdurend oplopend geboorteoverschot
maar niet gedraald hij greep al naar de spijkerbak en hamer.

Niet veel later klonk in het altijd zo rustige woud
een geklop, gezaag, geschaaf en andere burenleed
voor het oor dat voor komt bij timmeren met hout
en het bewerken van stenen en ijzer dat wordt gesmeed

en jawel, langzaam maar zeer gestaag verrees boven
de kruinen van de abeel-, ijf- en lorkenbomen
een bouwsel vol zalen, omlopen en binnenhoven
een ware vesting als uit de stoutste ridderdromen.

Tenslotte Broer Konijn stond erbij en keek er naar
en was over zijn prestatie trots, fier en zeer tevree
een kasteel van formaat voor zijn hele konijnenschaar
nooit zo iets gezien of vertoont zo waren erg geen twee

Van alle kanten kwam het gewone dierenvolk kijken
de een moest lachen de ander vond het om te huilen
maar meester Das dacht wat het waard is dat zal blijken
en keek naar de lucht en ging gauw om te schuilen.

Thuis keek hij uit een van zijn vele gangen
en zag de resten van het timmeren en het schaven
overvliegen met de bui mee die hij had zien hangen
en wist hij waarom hij zijn verdiepingen had gegraven.

Guido van Geel

© Copyright guido

Ingezonden door

guido

Geplaatst op

18-11-2016

Over dit gedicht

'Hoge bomen vangen veel wind', zei de houthakker en deed er wat aan.

Tags

Dierenverhaal Fabel Guidovangeel