Bij Jan Garbarek

Uit, ‘Het romantisch avondmaal’

De sneeuw rust over de landen
zonder een spoor van iets of iemand
dan van de trein die in de verte komt.

De sneeuw draagt op de takken
onder waar de naalden liggen in de kommen
van de bomen waarrond de lasten kraakten.

De sneeuw laat alles zwart te zijn
waar de kristallen niet komen konden
in het dalen uit het overwegende wolkendek.

Als de sneeuw plots in waaiers kolkt
uit de diep verborgen stalen sporen
waarop de trein voortijlt en verdwenen is.

Guido van Geel

© Copyright guido

Ingezonden door

guido

Geplaatst op

02-01-2017

Over dit gedicht

‘Toen was geluk nog heel gewoon’, zei de oude man en bibberde toen van de kou.

Tags

Guidovangeel Jangarbarek Lubomyrmelnyk Maxrichter