Eigenimportance in de muziek

Dof dreunend, de zware bas,
zowaar het de tuba was.
Trillen de noten na,
alvorens het weer beginnen ga.

Goud glanzend, zingen de saxen aan,
zie hen, volledig in de waan,
met hun noten nog zo fijn,
dat zij het concertje zijn.

Eigenimportance is zeker geen zonde,
maar bepleistert hier de eigen wonde.
Geslagen door gevallen stiltes en gemiste noten,
die over ons publiek zijn gegoten.

Schalks schallen de trompetten de jacht,
uit op de muziek en haar zijden vacht.
Instrumenten van een tijd lang geleden,
Een plaag, toen en nu, in het heden.

Hemels hoog, gaan de tonen,
dat gezucht en geblaas moge lonen.
Maar fluiten zitten altijd dwars,
dat weze ook iets stars.

Klaar klinkend, vol overtuiging,
zo het trommelvlies de klarinetten en hoorn ving,
Maar 13 in een dozijn,
zoveel van hen er zijn.

Eigenimportance is zeker geen zonde,
maar bepleistert hier de eigen wonde.
Geslagen door gevallen stiltes en gemiste noten,
die over ons publiek zijn gegoten.

Verlegen en onzeker, klinkt daar zacht maar fel,
het meest onvolprezen van allemaal.
Met zijn heilige drievuldige staal,
is deze strijd beslecht door de triangel.

© Copyright James Rodway

Ingezonden door

James Rodway

Geplaatst op

05-01-2018

Over dit gedicht

Geïnspireerd door de repetitie van een fantastische fanfare.

Tags

Muziek