Stamcafé
Mompelend
strompelend
struint de dronkaard
door de omberen
sombere
koude nacht
de beschonkene
voelt geen koude
slechts de boude
snijdende sneeuwjacht
geeft een dracht
op wimpers en wenkbrauw
het deert hem niet
de weg naar huis is kort
daar wacht pap van gort
en een quotum
thee met rum
en wijn in een magnum
kromme rug meer convex elke maan
hoeveel manen nog te gaan?
opgezette lever
alcohol teert als een aaskever
zal hem uiteindelijk worgen
ach wel, zorgen voor morgen.
© Copyright RonDietvorst
Ingezonden door
RonDietvorst
Geplaatst op
30-05-2019
Over dit gedicht
Categorie: verslaving