Tederheid
Uit 'Het epigonium'
Overal borrelen de geile sappen
uit de klieren en de harige naden op
om soppend met elkaar te schiften
als vette blazen die stinkend klappen.
streelt zij heftig zijn rotend gangreen
tot hij kokhalzend haar overkotst
met brokkige verteerde vlokken
uit het bloed gezwollen stijve been.
Dan zakt de liederlijke kwel en lust
ineen tot iets als een gestrande poliep
en zijn zij zich er weer eens van bewust
wie dit voor hen in het liefdeleven riep.
Guido van Geel
© Copyright guido
Ingezonden door
guido
Geplaatst op
29-07-2019
Over dit gedicht
'Lees maar niet wat er staat', zei de dichter vooraf en de lezer moet het zelf maar weten.