De Haagdijk
Uit 'Fietsen'
Ooit gingen ook om droge voeten
twee opgeschoten slobkousheren
over de dijk naar Princehage heen
het vaderland zo node te beschouwen
Daar baat nu de halve wereld
zijn hete kruiden, vlees en zaken uit
daar gaan alle tinten uit de landen
hun gangen na om wille van de smeer.
Maar de dames zijn er wel verdwenen
geen raam waarachter nog de wasem peest
geen beslagen wagens loeren nog verstolen
het rode scherm in het duister is geweest.
Guido van Geel
© Copyright guido
Ingezonden door
guido
Geplaatst op
05-01-2020
Over dit gedicht
'Ik weet van de prins geen kwaad', zei de hagepreker en zette zijn kraag op.