Altijd even kijken
Uit 'Het romantisch avondmaal'
Ik liep tussen de pilaren van de stille kathedraal
waar, onder de stenen de prelaten in kleden slapen
tot de dag dat de hemel splijten zal, liep ik alleen
in de stralen. Door de hoge ramen viel het licht
door de laatste wierook op een engel van marmer.
Ik zag in haar ogen het komend hemelse gericht.
Er zwaveldamp door de platen brak, vuren sisten
Ik ze vaag, voos en verwaten op zag rijzen in ornaat
een vlaag ze greep verdreef naar de verste schemer
waar kaken vleesloos voor altijd, eeuwig knarsen.
Hoorde ik hoog en zuiver vele stemmen zingen
over paradijs, liefde en meer van die leuke dingen.
Guido van Geel
© Copyright guido
Ingezonden door
guido
Geplaatst op
27-02-2020
Over dit gedicht
'Hij moet weer zo nodig', zei de vrouw en last van hoofdpijn had ze nooit gehad.