Midzomernacht

Het was midzomernacht toen ik door het uitgestrekte bos liep.
Het was alsof ik de enige levende ziel op aarde was, die haar schoonheid mocht bewonderen.

Getooid in het porselein zilverachtige licht van de maan zag ik oeroude bomen vol van blad als een kunstwerk staan.
Ik voelde alsof ikzélf een moment was in de eeuwigheid en de eeuwigheid even mocht zien.

Recht voor me bevond zich een grote heide vlakte die een geheim in zich leek te dragen.
Ik was hier meermalen op de dag geweest, maar de sfeer van het nachtelijk uur had ik nog niet eerder geproefd.

In de verte kraste er een uil duidelijk hoorbaar twee maal.
Alle ergernissen van de dag vielen als onbenulligheden van me af.

Morgen…, als de wereld wakker zou worden zou ik iemand zoeken die het geheim van de nacht bergreep. Samen zouden we kaarsen branden en elkaar fluisterend vertellen waar we niet van konden slapen.

© Copyright Rob van der Knaap

Ingezonden door

Rob van der Knaap

Geplaatst op

25-09-2008

Over dit gedicht

Proza - de bedoeling van deze tekst is het gat te dichten tussen zien en niet kunnen zeggen.

Tags

Eeuwigheid Fluisterend Geheim Getooid Kaarsen Midzomernacht