Die man, alleen

Het is donker, gordijnen zijn dicht,
alleen de lantarens geven nog licht.
binnen is het warm, gezellig en fijn,
maar hoe zou het dan buiten zijn?

buiten in het donker, die avond zo stil,
is het ijskoud en zo kil.
een heldere lucht, bijna geen wolk,
de straat is leeg er is helemaal geen volk.

waar een volle maan aan de hemel staat,
loopt een mens eenzaam op straat.
denkend aan die mensen binnen,
met hun partners en gezinnen.

die rustig zitten op een stoel,
zonder haast of enig doel.
een krant te lezen of een boek,
met een kop koffie en een koek.

kinderen liggen al lekker op bed,
soms een roep: is het nu uit met de pret!
moet ik soms boven komen,
jullie moeten al liggen dromen!

die eenzame vreemdeling lacht,
toen hij daar over na dacht.
ach ja hij weet wel wat dat is,
dat is nu juist wat hij zo mis!

een pijnlijke trek over het gelaat,
van de man die daar gaat.
toch is hij niet ongelukkig, hij mag niet klagen,
alleen heeft hij wel heel veel vragen.

waarom hem dit moest overkomen,
nu kan hij er alleen nog van dromen.
die goede tijden..voorgoed voorbij,
Zij staat nooit meer aan z'n zij.

kinderen zijn allang weer uit huis,
en hebben allemaal een andere thuis!
Hij leeft nu toch weer alleen,
is hetzelfde naar het scheen.

toch niet..de herinnering is gebleven,
nooit weg te denken, is blijven leven.
daarbij.. familie heeft hij wel,
maar daarheen gaat hij niet zo snel.
hij heeft dochters en ook zonen,
maar die zijn ver weg gaan wonen.

De man loopt door in gedachten,
herinnering aan die goede tijd,
zal de smart verzachten.
Daar hij nog altijd lijd.
in het leed dat hem is geschied,
toen zijn vrouw hem alleen achterliet.

© Copyright Myself

Ingezonden door

Myself

Geplaatst op

02-12-2011

Over dit gedicht

welde in me op.

Tags

Alleen Koud.