Van de pastoor, de boer Enzo
Een boertje ergens in 't Vlaamse land
werkte op zijn veld
Hij had zoveel rijen bewerkt
En meer dan duizend zaadjes geteld
De zon brandde op zijn boerenpet
Het was ook erg warm
Fluitend naderde een pastoor
met een pastorijfiets aan de arm
Hij groette de boer met goedendag
En is 't warm genoeg
Ja dat wel zei de boer wat wrang
En zeker als ik zo zwoeg
De geestelijke keek over het land
En knikte heel goedkeurend
Wat men doen kan met Gods hulp
Zei hij bedoeld opbeurend
Maar boer het veld aan d'overkant
Ligt braak, wild en zo verlaten
Ja antwoordde de geplaagde man
Daar heb ik Hem alleen aan ‘t werk gelaten
© Copyright Pravda
Ingezonden door
Pravda
Geplaatst op
05-07-2012
Over dit gedicht
Wijsheid van de boer