Feest
De wind laat zijn sporen na in de bomen
Ik loop buiten, probeer door de sneeuw heen te komen
Bijna niemand op straat, stil en verlaten
Ik keek naar binnen, ik zag dat de mensen binnen zaten
Koud en guur is het hier
Kom langs een café, ruik de geur van vers bier
Langs het café, dan kom ik in de straat
Het is nog ’s middags, maar de bewolking lijkt het zo laat
Bij het huis aangekomen ruik ik de geur van versheid
De herinneringen van deze weg is iets wat nooit slijt
Deur gaat open, warmte komt mijn lichaam binnen
Hoor uit de speakers de kerstkinderkoren zingen
Ik voel de warmte, ik voel de gezelligheid van dit gezelschap
Voordat er gelachen werd, vertelde iemand een grap
Iedereen druk, iedereen blij
Even vergeten we de maatschappij
Voor één dag draait de wereld stil
Zelf zijn we niet stil, we bewegen, staan nooit stil
Wanneer ik even naar buiten kijk, zie ik mijn spiegelbeeld
Even droom ik weg, ik ga naar de droomwereld waar ik mij dingen verbeeld
Laten word ik wakker gemaakt, een vriendelijk gezicht kijkt me aan
Waardoor de echte wereld weer begint te ontstaan
Ik denk: wat maakt het uit, dromen doen we allemaal
Voor ik het wist is daar het feestmaal
De avond is alweer voorbij, iedereen pakt zijn spullen
Je hoeft niks te plannen, om zo’n avond te vullen
Ik zeg iedereen gedag, en ik ben blij dat het ieder jaar weer terugkeert
Want ik denk: wat je eenmaal kwijt raakt, vergeet je nooit meer
© Copyright Sander Dammann
Ingezonden door
Sander Dammann
Geplaatst op
18-10-2012
Over dit gedicht
Een gedicht over een bekende feestdag