Oorlogsgeweld.

Onheilspellende woorden, onuitgesproken,
een teder lichaampje, ineengedoken.
Een ijzer wapen, gebouwd om te doden,
handen te samen, biddend naar goden.
Tranen die vloeiden, onderdrukkend gekwel,
de hoop op verlos, van een schot zo snel.
Herenigend bij hun dierbaren, zacht en teer,
de conclusie getrokken, de wil is niet meer.
De moed laten varen, naar stilte de lust,
Een herkenbare knal, de pijn voor eeuwig gesust.

© Copyright Eléane

Ingezonden door

Eléane

Geplaatst op

29-05-2013

Over dit gedicht

Een gedicht dat ik schreef op 14-jarige leeftijd voor een schooloprdracht

Tags

Geweld Kinderen Oorlog Verlos Wedstrijd