Ode aan Haarlem
Zie hier dan dat bekoorlijk Haarlem
Met zijn gezellig’ stegen
Daar waar ik graag mijn stappen tel
In ‘t labyrint van straten ‘n wegen
De Groote Markt ’n centrum van het weelderig vermaak
Met de kerk ooit als ’t kloppend hart
Na zijn godsdienstig plicht te trouw geweest
Nu tot standvastig eenzaamheid verhard
Mijn zwervers van de liefde, laat me uwen rokken zien
Het vluchtig’ ongenaakbaar in zijn ongerepte aanzien
En ik zal onder u te dansen staan
In ’t blauwig schijnsel van nimmer weerzien
© Copyright Zomaar iemand
Ingezonden door
Zomaar iemand
Geplaatst op
23-09-2014
Over dit gedicht
Misschien moet ik dit niet plaatsen. Het was een schoolopdracht, een lofrede aan Haarlem in de stijl van Bilderdijk (dichter van 3 eeuwen geleden) schrijven, compleet met rijm en metrum.