1001 Gedichten

1001 gedichten

Zet ook uw gedichten op 1001Gedichten.nl

Heeft u nog geen account? Meld u gratis aan!

Korte verhalen check: U.F.O

1
datum 15-08-15 22:06
startpost
sharingan
avatar Berichten: 45
Ik hoop dat dit een mooi begin is van een verhaal over een ontvoering door aliens. veel lees plezier!!

De tafel voelde koud tegen mijn blote schouders. Mijn nek verkrampte zich door zo laag tegen de tafel te drukken een paar verdwaalde lokken zwart sluik haar vertroebelde mijn gezichtsveld. Mijn polsen deden pijn van de riemen die ervoor zorgde dat ik dicht tegen de tafel aan gedrukt werd. Om me heen was alles is een diep blauwe tint geweven. De enige licht bron kwam van achter me. Zo ver kon ik mijn hoofd niet draaien op deze tafel.
Ik probeerde me te herinneren wat er hier voor gebeurt moest zijn. Het enige wat ik nog wist waren paarse ogen. Ogen die glinsterden met zilveren spikkels hier en daar. Ogen die de maan is zich op nam. Ik sloot mijn ogen. Waar was ik?
Ik hoorde voetstappen en opende mijn ogen weer. Daar was hij, een lange gespierde gestalte benam een deel van mijn licht en mijn adem. Zijn donker paarse ogen brandde door mijn huid opzoek naar mijn hart. Zijn ogen stonden wat schuin wat extra geaccentueerd werd door dat hij zijn hoofd ook schuin hield. Alsof er iets niet klopte. Zijn lippen waren een dunne roze strepen in zijn bleke bijna lichtgevende gezicht. Zijn lange platina blonde haar was voor een deel naar achteren gevlochten zodat het niet in zijn gezicht kwam. Toch hingen er een paar verdwaalde plukken rond zijn donkere volle wenkbrauwen.
We bleven elkaar een tijd lang aanstaren. Net zo min als ik weigerde hij zijn blik van me af te halen. Langzaam aan begon ik me naakt te voelen op de tafel. Ik wilde mezelf bedekken maar kon me niet bewegen. Hij bewoog zich en liep achter me langs waardoor hij even buiten mijn gezichtsveld kwam. Daarna dook hij aan de andere kant van me weer op. Onze ogen ontmoette elkaar weer. Tot hij zich omdraaide en ergens op begon te toetsen. Er verschenen beelden in de lucht als een soort hologram hij begon er op te tikken.
Mijn riemen schoten los. Eerst mijn polsen en mijn enkels en toen ook om mijn middel. Ik zette me af met mijn ellebogen om mezelf omhoog te duwen. Mijn blik bleef op de gespierde rug van de man bij het paneel. Hoe kon ik hem een man noemen? Op een paar basis vormen na leek hij helemaal niet menselijk. Hij had armen en benen, een romp en een hoofd toch leek alles volmaakter bij hem. Zijn spieren waren net iets groter dan bij een normaal mens zijn ledematen waren net iets langer zijn ogen waren groter in verhouding tot de rest van zijn gezicht. Toch was hij ongelooflijk sierlijk. Ik zag nu dat zijn steile blonde haar tot halverwege zijn rug reikte. De voorste haren waren in een soort draai vlecht naar achteren gebonden. Ik moest denken aan de elfen uit lord of the rings.
Hij draaide zich om en bekeek me van top tot teen. Ik begon langzaam van de tafel af te schuiven. Voor ik hem ook maar zag bewegen hield hij mijn boven arm in een ijzige greep. Zijn paarse ogen hadden iets kouds en er gleed een rilling over mijn rug. Langzaam schudde hij zijn hoofd. Mocht ik nog niet opstaan? Maar ik had lang genoeg gelegen en het leek wel of hij zelf de riemen had los gemaakt met dat rare paneel. Toen ik geen aanstalten meer maakte om te bewegen liet hij mijn arm los. De plek waar hij me had aan geraakt leek warmer dan de rest van lichaam.
Nu hij in volle lengte naast me stond schatte ik hem een meter of 2. Hij stak zeker twee tot drie koppen boven me uit. Ik keek langs hem naar de licht bron die me al die tijd had verlicht. Het was een ijzige ronde bol van blauw licht die in de lucht zweefde. Snel keek ik of er geen touwtje aan vast geknoopt was maar de bol zweefde gewoon. Ik wees er naar met mijn wijsvinger en zag dat de zwarte nagellak aan het afbladeren was. Hij volgde mijn blik en keek ook naar de bol. Waarnaar hij er heen liep en zijn hand onder de bol opende. Met zijn handpalm naar boven bleef hij even naar de bol kijken waarna het enige licht in de ruimte langzaam in zijn hand weg zonk tot er een verstikkende duisternis overbleef. Paniek welde in me op. Dit bedoelde ik niet wilde ik schreeuwen. Maar en kwam geen geluid uit mijn keel. Iets pakte mijn hand vast. Snel trok ik mijn rechter hand terug en hield het dichtbij me. Ik kneep mijn ogen stijf dicht en opende ze abrupt meer. Geen verschil ik was zo goed als blind geworden.
Ik wierp mijn benen aan de andere kant over de tafel en ging staan. als ik niet kan zien, redeneerde ik. Dan kan dat ding mij ook niet zien. ik moest hier weg zien te komen. Ik sprong van de tafel en landde op beide benen. Meteen stortte een hevige duizeligheid zich boven op me. Mijn maag maakte salto’s en zorgde ervoor dat ik voorover klapte om over te geven over mijn eigen voeten. Ik kokhalsde maar mijn maag was leeg en kwam niet eens zuur naar boven. Ik bleef kokhalzen tot er te weinig tijd overbleef om fatsoenlijk te kunnen ademhalen. Ik dreigde om te vallen. Ik wist nog net de tafel vast te grijpen voor ik mijn evenwicht zou verliezen. Uit het niets verscheen de blauwe bol weer. Het licht was te fel voor me waardoor ik nog steeds niks kon zien. een sterke hand schoot om mijn middel om me overeind te houden. hij stond nu zo dichtbij dat mijn adem stokte waardoor ik zwaar lucht te kort kreeg na dat kokhazen. Ik klampte me vast aan zijn zwarte kledij tot ik hoestend weer genoeg lucht in mijn longen kreeg om mezelf overeind te houden.
‘niet staan’ sprak hij waarna hij me terug zette op de tafel. Zijn stem was laag met een diepe ondertoon het verbaasde me dat hij Engels sprak. Maar hij had een zwaar zuidelijk accent in zijn Engels. Zodat ik kon horen dat dit niet zijn moedertaal was. Wat was dat? Wilde ik vragen maar er kwam nog steeds geen geluid uit mijn keel. Zijn paarse ogen keken me intens aan. Zijn blik zakte van mijn ogen naar mijn hals. Hij boog zich voor over tot hij nog maar centimeters van me verwijderd was. Mijn hart had opeens een sprintje genomen en bonkte luidruchtig in mijn borst. Zijn lippen gingen iets van elkaar. Ik kon zijn geur van zo dichtbij goed in me opnemen. Het had iets zoets. Zijn adem streek langs mijn wang en ik voelde kippenvel opkomen vanuit mijn nek omlaag langs mijn ruggengraat. Zijn paarse ogen hadden nu duidelijke zilveren vlekjes in de iris. Geen moment week zijn blik van de mijne. Hij kwam als maar dichterbij steeds langzamer tot ik stopte met ademhalen. Zijn lange vingers streelde mijn nek en grepen in mijn dikke zwarte haar. Met zijn andere hand tilde hij mijn kin ietsjes op. Ik kon het niet langer aan en sloot mijn ogen waarop zijn lippen de mijne raakten zijn kus was zacht en teder. Daarna liet hij zijn lippen zakken naar mijn kin waar ik van sidderde. Zijn lippen volgde mijn kaaklijn nog verder omlaag tot hij zijn gezicht begroef in mijn nek. Ik liet een lustige kreun ontsnappen en tilde mijn hoofd wat meer op zodat zijn lippen beter in de holtes van mijn nek zouden passen. ik wou net mijn handen tegen zijn wang plaatsten toen hij zich abrupt weer terug trok en ontwijkend een stap naar achteren deed ver buiten mijn bereik. ‘Wat was dat?’ fluisterde ik ademloos. Toen besefte ik dat mijn stem terug was. Kwam dat door zijn toedoen? Ik wist het niet maar hij begon zich al om te draaien en weg te lopen.
Ik sprong van de tafel en bleef even staan wacht op de misselijkheid en het draaierige gevoel van net. Die bleven uit. Hij liep weg en rende achter hem aan. Nog een beetje licht in mijn hoofd van wat er net was gebeurt. ‘Hé wacht!’ riep ik hem na. Hij trok een gordijn opzij en liep langs. Ik volgde hem in een drafje. Zijn lange benen namen veel grotere stappen. Ik draafde ook door het gordijn maar mijn arm bleef ergens achter haken. Het was al te laat om er voor stil te staan. ‘Auw!’ kreunde ik en legde mijn hand op mijn pijnlijke boven arm. Ik wierp er een vluchtige blik op om te zien dat het niet ernstig was. Helaas was het wel ernstig het bloed stroomde tussen mijn vingers door over mijn arm tot ik lekte op de grond.
Voor me bleef hij stokstijf staan. met grote ogen draaide hij zich om. Ik kon geen emotie uit zijn blik lezen toch leek hij niet blij te zijn met mijn wond. Doe normaal Lena zei ik tegen mezelf. Het is niet dat hij om je geeft hij wil gewoon niet dat je zijn gladde vloer vervuild met je bloed. Binnen twee stappen was hij bij me. Hij greep me bij mijn gewonde arm net boven de wond en trok me hardhandig naar zich toe waarna hij de wond grondig bestudeerde daarna keek hij naar een uitstekende scherf achter me die dit had veroorzaakt. Heel even dacht ik iets van ergernis te zien. hij liet mijn arm los en trok een reep van zijn zwarte shirt die hij vakkundig om mijn arm wond. Hij drukte met zijn hand erop zodat al het bloed in de stof kwam te zitten. Ik kreunde van pijn dit keer. En keek hem boos aan. Waar was dat voor nodig. ‘Kom.’ Zei hij resoluut voor hij zich weer om draaide en verder liep. Ik had geen keuze zei ik tegen mezelf. Ik wierp nog één blik op de goed verbonden arm en volgde hem door een gang die om de zoveel meter verlicht werd door zo’n blauwe zwevende bol.
‘Daeron!’ ik hoorde een zware mannelijke stem achter ons. Een stem waarvan de rillingen over mijn rug liepen. Hij bleef staan en draaide zich langzaam om. Ik volgde zijn voorbeeld en zag nog zo’n beeldschoon wezen op me aflopen. Hij was net zo groot alleen zijn gelaatstrekken waren harder en zijn haren waren zwart dat in een rechte lijn tot net boven zijn schouders hing. Zijn schuine groene ogen deden me aan een kat denken. Hij grijnsde breed en liet zijn witte tanden in alle glorie zien. er klopte iets niet aan zijn tanden. Ik bleef een tijdje staren om er achter te komen wat er niet klopte. Ze hadden beide lange puntige oren, een sterke bouw maar deze man die op me afkwam had grotere hoektanden die er scherp uit zagen klaar om zijn prooi aan stukken te scheuren. Hij droeg een klauwachtig opzetstuk over zijn rechter hand en keek me gevaarlijk aan. Hij maakte zijn groene ogen van me los en keek naar de man achter me. Hij sprak met een neuriënde ondertoon klanken en tonen die ik zelf nooit voor mogelijk had gehouden. Achter me werd en in diezelfde vreemde taal geantwoord. De man voor me kwam dichterbij en na nog een paar klanken te hebben geneuried schoten zijn ogen naar mij. Er liep een rilling door me heen en instinctief draaide ik me op mijn hielen om en wou het op een lopen zetten. Maar de man die me had los gemaakt versperde me de weg. Ik zette mijn meest hulpeloze blik op en hoopte dat hij me zou helpen. Ik wist niet wat die andere man van me wilde maar ik kreeg er geen goed gevoel bij. Ik draaide me weer naar hem om zodat ik kon terug staren in die duivelse groene ogen van hem. Langzaam liep ik achteruit tot ik tegen de borst van hem op botste. Hij greep me met beide handen mijn boven armen vast en hielp me stevig op mijn plaats.
‘Dus dit is jou speeltje?’ de man met de groene ogen had net zo’n zuidelijk accent alleen sliste hij een beetje. ‘Laat haar met rust Olwë.’ Hoorde ik de diepe stem achter me zeggen. Olwë kwam nog dichter bij. Hij pakte me bij de kin en bestudeerde me grondig. ‘Zeker dat je haar niet aan mij wil geven. Je hebt vast belangrijkere zaken te doen.’ Hij gleed met zijn tong over zijn hoek tanden als of hij wou zeggen dat ik een smakelijk hapje voor hem ben. Hij liet me weer los en pakte mijn rechter hand die ik gespannen naast mijn zij had. Toen boog hij zich voor over en kuste de rug van mijn hand. ‘Aangenaam, Ik ben Olwë Lúinwe. 2e rang en je meester.’ Stelde hij zich voor. Ik wou mijn hand weg trekken maar iets zij me dat zoiets als een zware belediging opgevat zou worden. Dus liet ik mijn hand in zijn hand rusten. Hij trok aan mijn arm en draaide mijn pols iets zodat mijn verband goed zichtbaar werd. Zijn neus vleugels sperde zich wijd open terwijl hij alle lucht naar binnen zoog. Olwë likte nogmaals zijn tanden. ‘Bloed’ sliste hij. Zijn andere hand schoot omhoog om met zijn wijsvinger tegen mijn voorhoofd aan te drukken. Op het moment dat zijn nagel mijn voorhoofd raakte schoot er een pijnscheut door mijn hoofd alsof ik net te snel een ijsje aan het eten was. Ik kon een grom van pijn niet onderdrukken. Achter me kwam iemand in beweging. En even later vloog Olwë door de lucht om ergens tegen een muur aan tot stilstand te komen. ‘Deze is van mij.’ Gromde hij. Heel even dacht ik dat Olwë de aanval zou in zetten maar hij rechtte zijn rug zodat ik kon zien hoe groot en majestueus hij was. Ze bleven elkaar even intens aankijken tot Olwë in lachen uitbarstte.
‘Zoals je wil prins.’ Hij wuifde het weg of het niets was. Nog voor hij weg liep siste hij er nog iets in hun eigen taal achterna daarna verdween hij de gang in.
Wat was me nu overkomen. De vraag herhaalde zich een paar keer in mijn hoofd. Er was niet veel tijd om daar stil te blijven staan. Hij had zich weer hersteld en liep zonder ook maar een blik waardig te keuren langs me ik zag dat zijn lippen vertokken waren tot een roze streep er leek geen enkele emotie op zijn gezicht aanwezig te zijn. Ik liep achter hem aan. Ik raakte in gedachte verzonken onder het lopen. Hij had eigenlijk helemaal nog geen emotie vertoont. Behalve, behalve met die kus. Een warme gloed verspreidde zich over mijn gezicht en ik voelde dat ik begon te blozen nu ik daaraan terug dacht.
We sloegen nog twee gangen in tot bij de derde gang het licht veranderde. De bollen waren niet meer ijzig blauw maar mos groen geworden. En alles leek meteen tot leven te komen ik beeldde me zelfs in dat ik verderop water hoorde. Een gang verder kwam ik erachter dat ik het me niet verbeeld had. Het plafon was hier 3 keer zo hoog en er stroomde een waterval langs beide muren. De grond was een brug geworden van mos en boomwortels. Waar zijn we? Vroeg ik me weer af. Ik keek naar beneden toen ik over de brug heen liep. Onder me was een soort meer die glinsterde in het groene licht van de bollen. ‘Het is hier zo mooi’ fluisterde ik. Snel keek ik naar zijn rug opzoek naar een verandering in zin houding. Maar hij liep stug door zonder op de pracht en praal van deze gang te letten. Ik wilde er eigenlijk niet meer weg maar hij liep gewoon door, ik werd dus geacht achter hem aan te blijven lopen.
Uiteindelijk minderde hij vaart. In een gang waar de muren waren uitgehouwen in halve boomstammen bij een van die boomstammen bleef hij staan en pakte hij mijn hand. Een warme tinteling schoot door mijn hand terwijl hij me mee trok dwars door de boomstam heen. Ik wilde gillen maar zijn andere hand sloeg voor mijn mond. Achter de boomstam bleek een sobere kamer te zitten. Met een bed zoals ik het ken alleen dan veel groter en gemaakt van takken en mos. Met een openhaard en een van hout gevlochten stoel met tafel. Er was geen raam alleen een groene bol in de hoek van de kamer.
‘Dit is jou kamer.’ ik richtte me op om hem aan te kunnen kijken. Nu ik zo naast hem stond was hij echt drie koppen groter dan ik dat was. Zonder me verder nog een blik waardig te keuren draaide hij zich om. ‘wacht!’het woord was al mijn mond uit voor ik wist waarom ik niet wilde dat hij zou vertrekken. Dit keer bleef hij staan en draaide zich naar me toe. Voor de tweede keer die dag zag ik een emotie van zijn gezicht. Hij keek me woedend aan. Ik zette snel twee stappen achteruit. Niet dat het veel zin had. ‘wat is je naam?’ wist ik te vragen. Waarom stelde ik zo’n vraag?
Ik had hem willen vragen waar ik nu ben, wat ik hier doe en iets als wat is hij. Maar dat kreeg ik niet onder woorden. ‘Daeron Talpeiën’ antwoordde hij. Ik bleef even met open mond staan. hij had me antwoord gegeven herhaalde ik steeds in mijn hoofd. Vlak voor Daeron in de muur verdween draaide hij zich nog één keer naar me om. ‘Eet en drink alleen als ik het persoonlijk aan je heb gegeven.’ De langste zin die ik heb tot nog toe had horen spreken. Maar de waarschuwende ondertoon was niet te missen. Er was hier iets goed mis.
Naar boven

1

Reageren op: U.F.O

Reageren is alleen mogelijk als u ingelogd bent, klik hier om in te loggen. Heeft u nog geen account? Klik dan hier om u te registreren.