Het bezoek (6)
Uit: ‘De verdeling van de Wereld’ Sofias Reiszenbach
Op de dag dat hij uit de nacht kwam kruipen
dreinde de loodgrijze regen nog urenlang
Op de dag dat hij het medelijden ging oogsten
uit de vijfde deur van een goed gevulde stationcar
was zijn moeder allang zijn eerste lach vergeten.
Ze zag de zwerver schuifelen op het parkeerterrein.
Het was de dag om door het raam te kijken
uit haar stoel met haar deken in de verzorgingsflat.
De moeder en de zoon uit het zicht verlopen
wentelden zich verloren in hun voddig lot
van het genadebrood hen onwelwillend voorgezet.
Het was de dag waarop de loosheid koning kraaide.
(vertaling Guido van Geel)
Ingezonden door
Geplaatst op
24-11-2014
Over dit gedicht
'Ik ben de weg kwijt', zei de landloper en zocht zijn zakken na.
Geef uw waardering
Op basis van 5 stemmen krijgt dit gedicht 3 van de 5 sterren.Social Media
Tags
Essays Guidovangeel Reiszenbach VertalingReacties op ‘Het bezoek (6)’
-
Uitstekende interpretatie. Schitterend in beeld gebracht. Compliment.
Istvan Koning - 29-08-2016 om 14:20