mijn klas

Ik zit in mijn klas en kijk om me heen,
Al die mensen, mijn klas
Ik ken ze.
Nee, ik herken ze,
Want kennen dat doe ik ze niet.

Ik zit in de sporthal en kijk om me heen,
Als die mensen, mijn team,
Ik ken ze.
Nee ik herken ze,
Want kennen dat doe ik ze niet.

ik zit in de stad en kijk om me heen
Al die mensen,
Ik zie ze voor het eerst.
Maar ik ken ze,
Bijna even goed als mijn klas en mijn team.

Ik wil dit niet,
Dat als ik in mijn klas zit
Ik een klas vol vreemden zit.
Ik wil ze kennen, echt kennen,
Stuk voor stuk.

Het is niet dat ik geen vrienden heb,
natuurlijk niet,
ik heb ze wel, niet veel,
en buiten de klas.

Dat zijn vrienden, echte vrienden
Die zijn er voor me, altijd.
Behalve in de klas.

Misschien ligt het aan mij,
Misschien ook niet.
Dan ligt het aan mijn klas,
Mijn team of toch aan mij.

Wat is het dan?
Ben ik te stil.
Is mijn neus te groot,
Of mijn haar te lang.
Ben ik teveel me zelf
Of juist te weinig.

Wat is het dan?
Is mijn hobby te saai.
Ben ik te crea,
Of te rommelig.
Is mijn kamer te paars,
Of stijl te basic.

Wat is het dan?
Ik wil het weten,
Zeg het maar.
Ik wil het weten, nu!