vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Zuienkerke
Op Vlaamse grond gestapelde stenen,
waar ooit mensen hebben gewoond,
waarvan de kalkverf is verdwenen,
de jaren leegstand aangetoond.
Nu staat het huisje daar te wenen,
verweesd, gebarsten, ingestort.
Het lijkt weldra te imploderen
herinnering als uitgangsbord.
De knotwilg naast de gevel,
in jaren niet getopt
rijst op uit ochtendnevel,
zijn verleden weggestopt.
Heeft iemand ooit de boord geteerd
met kalk de muren witgeverfd,
getooid wat nu is weg verweerd
wat hij van vader had geërfd?
Niets blijft duren.
De natuur neemt altijd terug,
ook al leg je ze in de luren,
ze komt over een andere brug.
Reacties op ‘Zuienkerke’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!