vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Judas Iskariot (Matheus 27:1-10)
Steunende handen
onder zijn hoofd
ogen die branden
verward en verdooft
Verbeten mond
heeft Hem gekust
voelt nu geen grond
en ook geen rust
Dienend het beest
schijnheilig geweest
en vastberaden
de Liefde verraden
Schuldig branden
dertig in getal
in zijn handen
't werd zijn val
Berouw gekomen
't zilver gegooid
zijn leven ontnomen
arm en berooid
'k Zal hem niet verraden
altijd met Hem gaan
zijn Naam niet schaden
stil...luister....
't gekraai van de haan.
www.robertdoek.nl
Reacties op ‘Judas Iskariot (Matheus 27:1-10)’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!