vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Strad
Gegolfgelijnde klankkast,
geschilderd in zoet licht,
zingt een fluisterend gedicht
waarvan de warme klank verrast.
Over de kam vier trillende snaren
bewogen door de strijkstok in zijn hand.
Persona non grata al lang in eigen land
maar met beheerste en edele gebaren.
Brahms concerto in D allegro non troppo.
Vingers beroeren de snaren vliegensvlug
soms legato dan weer staccato.
Hij speelt ogen gesloten met rechte rug.
Onbekende man, ooit bekende maestro,
voor dictator en onrecht op de vlucht.
Reacties op ‘Strad’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!