Slapend op de maan
Ik lag op de maan
leunend en genietend.
Helemaal alleen.
Eén persoon verbiedend.
Zocht de sterren
die er niet eens waren.
Ze moesten wel ergens verstopt zijn.
Ze zullen glinsteren
en opklaren.
Ik betastte de maan.
Hard en diep.
Verzonk mijn vreugde
terwijl ik liep.
Ik werd moe.
Van al het vreugde
dat ik raap.
Ik lachte geeuwend
en viel diep in slaap.
De maan werd wakker.
Hij had het wel zwaar.
Er lag een genietend mens op hem.
Hij nam me waar.
De maan boog zich voorover.
Ik viel
en ontglipte.
Ik verzakte
en bevond me in het diepte.
Ik was in het diepte
van het verdriet.
Vlogen mijn dromen weg
en verloor mijn waarde.
Ik was weer in die afschuwelijke
wereld vol ellende.
Weer op die droomloze aarde.
Reacties op ‘Slapend op de maan’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!