vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
en de boer
De lentezon verwarmt mijn rug.
Jou gezicht weerkaatst de stralen,
glinsterende ogen pinkelen verhalen.
Jij bent mijn papaver, mijn drug!
Een tractor slentert over het land.
De ploeg snijdt door stof de voren.
Wij lopen in droge karresporen.
Jij zoekt tastend mijn hand!
Onze lichamen strelen elkaar.
Een verhaal zonder woorden.
Je prikkelt me met je haar,
Mijn buik zingt akkoorden.
Het wordt ons liefdesjaar
Jij spreekt toverwoorden.