De littekens
Uit, ‘De schepelingen van de Selena’(Bartholomeus)
Met alle winden waaiden het gulden vacht
geen haar bleef te krenken achter
om hem te beschutten tegen de zilver nacht
op zijn reis in de steenwoestijn
Diep in het achterland overleefde zijn boodschap
de tijd tot de driemasters zijn kusten vonden
bevracht met het zout voor zijn gestroopte wonden
die in zijn verre lot beschoren lagen
Op de kade stapelden ze hun last vol onbegrip
om hun verworden leer gestreng te gaan venten
geen liefde was bestand tegen het gekrookte riet
in het land dat duizend goden hun levens liet
Guido van Geel
Ingezonden door
Geplaatst op
07-02-2016
Over dit gedicht
‘Wie klopt er nog zo laat aan de deur’, zei de hugenoot en wist niet welke nacht het was.
Geef uw waardering
Op basis van 4 stemmen krijgt dit gedicht 4 van de 5 sterren.Social Media
Tags
GuidovangeelReacties op ‘De littekens’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!