Gerimpelde handen.
Je gerimpelde handen vouwen zich om die van mij.
Ik kijk in je ogen, ben je er wel helemaal bij?
Je kijkt me glazig aan en lijkt niet te begrijpen,
waarom moet iedereen toch zoveel op elkaar lijken?
Je zegt dat je me ergens van kent,
ben ik je kleindochter, waar je ze trots op bent?
Het buurmeisje die je al lang niet meer hebt gezien,
of ben ik dan iemand anders, misschien?
Als je dan vraagt waar je man is gebleven, weet ik niet zo goed wat ik als antwoord moet geven.
Eigenlijk weet ik wel dat u man jaren geleden dood is gegaan, maar daar herinner ik u dan liever niet aan.
Voor ik het weet, ontvouwen de gerimpelde handen zich weer.
Je kijkt me stralend aan:
'Ik vond het gezellig dat je er even was, tot de volgende keer!'
Reacties op ‘Gerimpelde handen.’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!