De reis
Toen ik de ene voet voor de andere zette
trokken de pakken en de zakken
naar de grond waarop de reis begon.
De reis ging over aarden en stenen vlakten
waar de boeren met hun gewassen achterbleven.
Hij, de reis, ging door bossen vol met bomen
die stonden al leek het een gaan en een komen.
Dan weer ging hij uit een dal omhoog
en even zo vaak weer naar beneden
met iets ertussen wat soms een berg bleek.
Hij ontmoette dorpen, vlekken en gehuchten
op zijn weg of pad naar hun middenpleinen.
waar het bier het beste smaakte
en de koks hun keukens wisten uit te baten
of waar geen sterveling restte om te wonen
dan alleen de schimmel en het ongedierte
achter het aldaar bladderend behang.
Echter de steden heeft hij steeds gemeden
omwille de ringen vol paupers en hun kantoren.
Maar als ik die eerste stap niet had gedaan
dan had hij nog gepakt en gezakt gestaan.
Guido van Geel
Ingezonden door
Geplaatst op
09-08-2016
Over dit gedicht
'Ik ga op reis', zei/ de meelboer en begon te zwellen.
Geef uw waardering
Op basis van 10 stemmen krijgt dit gedicht 4 van de 5 sterren.Social Media
Tags
Bergdorpen Guidovangeel TrektochtReacties op ‘De reis’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!