Brakke Jeugd
Ik heb continu de neiging om te snijden. Ik wil mijn been verbranden met een lijmpistool, alle haren op mijn lichaam uittrekken en de haardroger net iets te lang op mijn rug richten. Ik vind troost in pijn.
Maar is die troost wel genoeg om te zijn?
Ik heb weer eens het punt bereikt dat mijn leven me niets meer kan deren. Ik voel me koud en leeg. En voor opstaan, vind ik geen reden.
Ik ben jarenlang gemanipuleerd, ga mijn vader aanklagen en wil mijn armen opensnijden.
En toch vinden mensen het lef om te zeggen: “Wees toch eens blij!â€
Blij? Ik ben pas blij, als ik weg ben van deze corrupte maatschappij.
En bij alles wat mensen tegen me zeggen, denk ik steeds weer, geïrriteerd, in mezelf: “Je begrijpt het niet…â€
Je begrijpt het niet, want het is onmogelijk te begrijpen. Je denkt misschien dat je het begrijpt, omdat je al ‘ervaring’ hebt met depressie, PTS, OCD of wat voor andere stoornissen er nog allemaal zijn.
Het ding is: niemand kan me begrijpen, want niemand zit in mijn lichaam. Niemand heeft mijn gedachten. Niemand heeft mijn manier van denken. Ik ben alleen.
En toch heb ik dromen en een doel in het leven. Al duren zulke perioden maar heel even.
Je bent misschien verrast dat te horen, maar ik heb wel degelijk zin om te leven… Of is dat overdreven?
Reacties op ‘Brakke Jeugd’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!