vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
De Opperheer
Uit 'Het absurdistisch universum'
Leer om leer bestijgt hij de lagen
opdat steen na steen de loge groeit
hij de drager van het al hoge
de minste zijn rug van opperheer
in zijn handen de leren grepen
op zijn schouder varkenshuiden lap
het slijt het kraakt been van de wervels
van de sjouwer dagen stap na stap
mortlels steen en de tonnen water
voor de leden van de broederschap
te laten scharen rond hun raadsels
weet de opper van hij geen prater.
Guido van Geel
Ingezonden door
Geplaatst op
28-07-2018
Over dit gedicht
'Oef', zei het opperhoofd en moest een veer laten.
Geef uw waardering
Op basis van 8 stemmen krijgt dit gedicht 3 van de 5 sterren.Social Media
Tags
Genootschappen GuidovangeelReacties op ‘De Opperheer’
-
Als we de schijnheiligen niet vertrouwen wie zal dan onze loge bouwen Mooi vers.
Istvan Koning - 30-07-2018 om 13:55